De transfermarkt voor profvoetballers is deze week gesloten en menig profvoetballer heeft een nieuwe club gevonden. Bij sommige profvoetballers verloopt een transfer helaas niet altijd positief…
In een zaak waar de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2022:2727) al een tijdje geleden over heeft geoordeeld, stond de vraag centraal of bij een profvoetballer die na een transfer de Werkloosheidswet en uiteindelijk de Ziektewet en Wet WIA instroomde de systematiek van de ‘medische afzakker’ moest worden toegepast. Met dit standpunt wilde de profvoetballer bewerkstelligen dat het dagloon voor de WIA op basis van de arbeidsovereenkomst van voor de transfer werd gebaseerd (en dus hoger werd).
Wat speelde er?
Een profvoetballer speelde op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor een grote club. Op enig moment loopt de voetballer een scheenbeenblessure op en wordt zijn contract bij de club niet verlengd. Ondanks zijn blessure vindt de voetballer een andere club waar hij aan de slag kan, maar dat was meer een stageplek (vergoeding van €1.000 bruto per maand). Ook deze overeenkomst wordt niet verlengd. De voetballer maakt aansluitend aanspraak op een WW-uitkering en je kunt het al raden: meldt zich vanuit de WW ziek. Voor de WW en de ZW wordt het dagloon vastgesteld op het hoge dagloon dat de voetballer bij de eerste club verdiende (€ 199).
Niets aan de hand?
Toch wel, na ommekomst van de wachttijd maakt de voetballer aanspraak op een WGA-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%. Pijnlijk: het dagloon voor deze uitkering is vastgesteld op €59,99 op basis van het lagere SV-loon. De voetballer kan zich niet vinden in de hoogte dagloon en heeft in bezwaar, beroep en hoger beroep diverse argumenten aangevoerd waarom deze dagloonberekening van de WIA niet kan (en mag).
Eén van de argumenten die de voetballer aanvoert is dat in zijn geval sprake is van een bijzonder complexe situatie en dat de systematiek van de ‘medische afzakker’ in zijn situatie naar analogie moet worden toegepast. Hij was gezien zijn blessure immers genoodzaakt lager betaalde arbeid te accepteren. Het dagloon voor de WIA moet volgens de voetballer dus worden vastgesteld op het hoge loon bij de eerste club.
Wat vindt de Raad?
De Raad oordeelt (helaas voor de voetballer) dat de systematiek van de medische afzakker ziet op het maatmaninkomen en niet op het dagloon. Met andere woorden: vette pech voor deze voetballer.
Kortom: verschil moet er (kennelijk) zijn. Wees je in ieder geval bewust van het verschil tussen maatmaninkomen en het dagloon.
Overigens zeer lezenswaardig: de annotatie van E. van den Bogaard bij deze uitspraak in de USZ.